Onderhandelen over cao’s is niet mijn grootste hobby’, geeft Henk Janssen onmiddellijk toe. ‘Maar ik vind het van levensbelang dat er een goede cao is voor professionals in het sociaal domein. Allemaal mensen die hun ziel en zaligheid leggen in het ondersteunen van anderen die het moeilijk hebben. Als je dat werk doet, heb je bij mij al op voorhand een streepje voor. Ik zet me er graag voor in dat voor deze professionals en hun organisaties niet alleen het salaris goed geregeld is, maar ook alles daaromheen, zoals ruimte voor opleidingen en afspraken als het werk op latere leeftijd zwaarder wordt. Dat is bovendien hard nodig om de toestroom van professionals die in deze sector actief willen zijn, op gang te houden. Zeker nu de krapte op de arbeidsmarkt ook op dit vakgebied steeds voelbaarder wordt.’
Gevarieerde loopbaan
Henk was ook al voorzitter bij de onderhandelingen over de vorige cao. Toen was hij bestuurder van sociaalwerkorganisatie Wel.kom in Venlo/Roermond; nu directeur-bestuurder van stichting Hulst voor Elkaar in Hulst. Daarmee is het welzijnswerk een terugkerende factor in zijn zeer gevarieerde loopbaan. ‘Ik heb er een gewoonte van gemaakt om elke zeven jaar te wisselen van baan en bestaan’, vertelt hij. ‘In de jaren negentig was ik voorzitter van de Stichting Jeugdhulp in Nijmegen. Maar ik heb bijvoorbeeld ook een vastgoedbedrijf geleid in Portugal en ben werkzaam geweest bij een asfaltbedrijf in Alphen aan den Rijn. Ik was vier jaar raadslid en daarna vier jaar wethouder in Nijmegen. Ik zat in de afvalverwerking, was bestuursassistent van gedeputeerde Eurlings in Limburg en ben regionaal directeur van een pensioenbedrijf geweest.’
Vijftig onderwerpen
De combinatie van bestuurlijke ervaring, ondernemerschap en hart voor sociaal werk maakt Henk geknipt voor zijn rol in de totstandkoming van de nieuwe cao. Een proces dat niet over één nacht ijs ging; in totaal hebben de delegaties een kleine honderd uur vergaderd. Henk: ‘Er liggen ongeveer vijftig onderwerpen op tafel. Van salaris tot generatie- en thuiswerkregelingen. Het gaat over geld, maar bijvoorbeeld ook over de scope van de cao. Zo hebben we lang gesproken over het recht op onbereikbaarheid: is het wenselijk om dat in een cao op te nemen of regel je dat op bedrijfsniveau? Dat is een principiële vraag. De meningen liepen op een aantal punten flink uiteen. Maar ik heb altijd gezocht naar wat de partijen verbindt in plaats van wat hen scheidt. Door mijn bestuurlijke functies in de landelijke vrijmetselarij is dit vaak uitgangspunt van mijn handelen.’
Balans
Hét verbindende element waar Henk de discussie steeds op terugbracht, is het belang van een evenwichtig, hanteerbaar en rechtvaardig pakket aan arbeidsvoorwaarden dat recht doet aan alle betrokkenen. ‘We willen allemaal hogere lonen voor sociaal werkers, maar die moeten wel door de werkgevers opgebracht kunnen worden. En die hebben te maken met gemeentes die daar lang niet altijd aan meebetalen of voor compenseren. Ga je dan te ver omhoog, dan eet je jezelf in feite op. Tussen al die belangen moet je de balans zien te vinden. Dat we daar goed uitgekomen zijn, is op zich al een mooi resultaat. Maar ik ben ook blij met wat er ligt: 2,5 procent erbij per december 2021, nog eens 2 procent in 2023 en een aantrekkelijk pakket aan aanvullende regelingen. Goed nieuws voor de ruim 57.000 professionals en voor de vele volgers van deze cao die hiervan afhankelijk zijn.’
Via Sociaal Werk werkt! zetten werkgevers en werknemers zich in voor een aantrekkelijke sector en een gezonde arbeidsmarkt met goede arbeidsvoorwaarden.