Katie Eppenhof, Sociaal Werker van het Jaar, durft andere paden te bewandelen
Haar agenda zit nog steeds ramvol. Sinds ze in mei 2024 tot Sociaal Werker van het Jaar werd verkozen, reist Katie Eppenhof kriskras het land door. Als ambassadeur voor sociaal werk – organisator van de jaarlijkse verkiezing – zet ze sociaal werk in de schijnwerpers. Dat doet ze naast haar job als jongerenwerker bij R-Newt in Tilburg. “Als kleine beroepsgroep in zorg- en welzijnsland hebben we het hard nodig om gezien te worden. Overal waar ik kom, plant ik zaadjes.”

Dat kost veel tijd. Tijd die afgaat van haar aandacht voor jongeren uit de wijk en haar rol als aanjager Mentale gezondheid en Ervaringsdeskundigheid binnen R-Newt. Soms is dat geschipper een worsteling, merkt ze. “Maar wél nodig. Jongerenwerk, en sociaal werk in het algemeen, kan in de praktijk echt het verschil maken. Maar als je ziet dat er meer zichtbaarheid nodig is om meer te kunnen bereiken, dan moet je af en toe ook een ander pad durven te bewandelen.”
Als je ziet dat er meer zichtbaarheid nodig is om meer te kunnen bereiken, moet je af en toe een ander pad durven te bewandelen.
Waardevolle verbindingen
Die kans kreeg Katie als ambassadeur voor sociaal werk . “De kers op de taart van mijn werk”, vertelt ze. “Zo’n erkenning geeft je zelfvertrouwen een flinke boost. Het ambassadeurschap biedt me ook nieuwe kansen in mijn eigen ontwikkeling. Door de groei van mijn netwerk kan ik de verhalen vanuit de praktijk nu op andere plekken delen. En landelijke kennis en contacten neem ik weer mee terug in onze eigen organisatie. Tegelijkertijd word ik soms verdrietig als ik zie dat veel waardevolle verbindingen niet worden gelegd. Maar dat motiveert me dan weer om er vol voor te gaan. Door met elkaar te verbinden en elkaar vooral ook te begrijpen, kunnen we veel meer betekenen. Voor elkaar en voor de maatschappij.”
Krachtenbundeling
Want de uitdagingen zijn groot en de menskracht beperkt, ervaart Katie dagelijks. “Zaken als financiën, wonen, het milieu en andere wereldproblemen leveren veel stress op bij mensen; wat voor impact gaan die hebben? En wat kunnen wij daarin bieden? De ontwikkelingen binnen de jeugdhulp schreeuwen om krachtenbundeling. De vraag is: durven we met z’n allen de stoute schoenen aan te trekken en te doen wat echt helpt, in plaats van wat hoort?"
"Ik voel me soms de boeman die het gebaande pad komt verstoren. Maar als we meer uitgaan van wat iemand nodig heeft en wie daarin iets kan betekenen, komen we een stuk verder. Dat kan soms veel minder vanuit specialistische hulp dan we denken. Misschien is die buurvrouw of mentor met een luisterend oor al voldoende.”
Durven we met z’n allen de stoute schoenen aan te trekken en te doen wat echt helpt, in plaats van wat hoort?
Zichtbaarheid
De kracht van sociaal werk is dat het sociale netwerken versterkt en bruggen bouwt tussen individuen en de maatschappij. “Om in contact te komen met jongeren, zijn we waar zij zijn”, vertelt Katie. “Door te investeren in die band, durven ze ook eerder vragen te stellen.”
Om die kracht onder de aandacht te brengen, is zichtbaarheid in een breed netwerk cruciaal. Ook op de sociale media dus. Deel je je boodschap als individu vanuit passie en betrokkenheid, dan creëer je volgens Katie verbinding en persoonlijke samenwerkingen.
“Laatst postte ik op LinkedIn een crowdfundingsactie voor een ov-kaart voor een jongere. In no time was het geld binnen. Dat gebeurt er als je zichtbaar bent: mensen vertrouwen erop dat wat je vraagt belangrijk is. Ze weten je ook sneller te vinden. Dan krijg ik een psycholoog aan de lijn met de vraag of ik wil meedenken over een jonge cliënt. Zo’n samenwerking laten zien en de successen delen is ook belangrijk; dan zien mensen wat we allemaal doen.”
Onderwijs en praktijk
Dat laatste is precies waar Katie steeds tegenaan loopt: de onbekendheid over wat sociaal werk inhoudt. Het krijgt veel minder aandacht dan de zorg, terwijl het minstens zo belangrijk is, vooral vanwege de preventieve werking. Uit onderzoek blijkt dat door de inzet van één extra sociaal werker, er drieënhalve zorgprofessional minder nodig is. Gunstig voor het enorme personeelstekort. Maar: onbekend maakt onbemind. Dat merkte Katie ook tijdens een bijeenkomst bij Fontys Hogeschool in Eindhoven.
“Zorgstudenten kiezen niet snel voor sociaal werk, omdat ze geen idee hebben van wat er allemaal mogelijk is. Maar na de bijeenkomst kreeg ik de vraag of ze niet konden meelopen. Heel tof, maar dit hoort bij de opleidingen. Onderwijs en praktijk kunnen sowieso veel meer samenwerken. Het gebeurt al vaker, maar altijd vanuit een gekaderde opdracht. Dan gaat het meer om de punten die behaald moeten worden, dan om het verschil willen maken.”
Zoekende
Die vurige wens had Katie wel, toen ze zich twaalf jaar geleden in het jongerenwerk stortte. Ze was zelf als jongere zoekende geweest en had het gevoel dat ze nergens terechtkon. “Ik had het in die tijd nodig om te mogen vallen en weer op te staan. Wat me hielp, was dat mensen me steunden en in me bleven geloven, no matter what. En ook dat er af en toe een uitzondering voor me werd gemaakt, dan voelde ik dat ik ertoe deed. Ik werd gehoord, daar gaat het om.”
Ervaringskennis
Als jongerenwerker pleit Katie nu voor meer inzet van ervaringskennis in sociaal werk. “Als je die kunt inzetten voor een ander, bied je professionaliteit vanuit verschillende kennisbronnen, een completer pakket”, is haar overtuiging. “Daarmee kunnen we jongeren ook veel beter helpen om hun eigen kracht (weer) te vinden en hen erkenning en perspectief bieden. Toen ik mijn opleiding begon, was het motto: ‘werk is werk, je privésores laat je thuis’. Gelukkig is dit aan het kantelen. Want juist vanuit onze eigen ervaringen kunnen we jongeren laten voelen dat die zak met shit die ze meedragen ook een zak met talent kan zijn.”