Nóg meer de wijk in, minder achter ons scherm zitten
De drie nieuwe genomineerden voor de verkiezing Sociaal Werker van het Jaar 2024 zijn intussen bekend. Voorafgaand aan de eindstrijd blikken we met de drie finalisten van 2023 en hun leidinggevenden terug op hún jaar als ambassadeur sociaal werk. Het derde koppel bestaat uit sociaal werker M’hamed Yahia en regiomanager Ronald van Litsenburg van sociaalwerkorganisatie LEVgroep (Helmond e.o.).
Ronald van Litsenburg en M’hamed Yahia
Hoe regel je dat iemand die de bescheidenheid zelve is tóch kans maakt op de titel Sociaal Werker van het Jaar? Door hem gewoon aan te melden, maar hem dat pas te vertellen als blijkt dat hij bij de laatste drie zit. Dat overkwam M’hamed Yahia.
Ronald: "Voor ons was meteen duidelijk dat Mo het moest worden, vooral vanwege het brede scala aan wijkactiviteiten en -initiatieven dat hij heeft opgezet. Hier in Helmond waren ook veel jongeren en buurtbewoners trots dat hij werd genomineerd."
M’hamed: "Eerlijk gezegd zou ik liever henzelf in de spotlights zetten, het gaat niet om mij. Maar ik was wel erg onder de indruk van Yamina Ayadi, die is doorgegroeid vanuit een rol als vrijwilliger naar een professioneel sociaal werker. Een terechte winnares."
We willen ons richten op het veerkrachtiger maken van wijken en buurten. M’hamed is daar echt een wegbereider van."
Wat heeft de nominatie jullie opgeleverd?
Ronald: "Die geeft glans aan onze nieuwe koers, waarin we nog nadrukkelijker willen werken vanuit de inwoner: community building. Dus minder probleemgestuurd, maar gericht op het veerkrachtiger maken van wijken en buurten. En M’hamed is daar echt een wegbereider van. Hij is een klassieke, maar toch ook eigentijdse opbouwwerker."
Hoe doe je dat: community building anno 2024?
M’hamed: "Het begint met mensen vertrouwen geven en er open ingaan. Dus met iemand in gesprek gaan zónder vooraf te hebben bedacht welke kant het uit moet, welk traject daarbij past en hoelang dat mag duren. En ja, die manier van werken is lastig, dat is vallen en opstaan. Dat is coachen, anderen aanhaken, buiten de gebaande paden treden. Een voorbeeld? Een seniorenflat, met problemen als eenzaamheid, onderlinge pesterijen, et cetera. We hebben daar op de bovenste verdieping een kantoortje ingericht voor veertien studenten en een coach. Zij hebben in drie maanden ruim honderd huisbezoeken afgelegd, om van bewoners zelf te horen hoe ze erbij zitten en of ze mee willen doen aan het organiseren van gezamenlijke activiteiten. En dat lukt, je ziet nu heel mooie connecties ontstaan en van daaruit nog meer initiatieven, ook in de omgeving van de flat. Dus je onderzoekt eerst wat er speelt in de wijk, en dáármee ga je aan de slag."
Wat betekent dat voor een sociaalwerkorganisatie?
Ronald: "Wat je eigenlijk beoogt is dat je medewerkers minder uren achter hun scherm zitten en nog meer tijd dan nu actief zijn in de buurt. De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen heeft immers nog eens laten zien dat veel mensen het vertrouwen in de overheid en instanties hebben verloren. Daarom moet je juist nu investeren in veerkrachtige buurten, want dat leidt ertoe dat inwoners meer zingeving ervaren en meer naar elkaar omkijken, en bovendien minder behoefte aan zorg hebben.
Dat betekent wel dat ook zorgverzekeraars eindelijk over de brug moeten komen. Het zou al mooi zijn als ze 1% van het geld dat ze momenteel aan zorg besteden, overhevelen naar preventie. Onze branche is het cement dat nodig is om de samenleving meer te laten zijn dan een hoop losse stenen. Maar dat vraagt wel om extra geld."
Zijn er wel voldoende opbouwwerkers om die beweging te kunnen maken?
M’hamed: Er is inderdaad behoefte aan opleidingsplaatsen. Daarover zijn we ook in gesprek met scholen in de regio. Maar dat gaat langzaam. Voorlopig werken we veel met stagiairs en proberen ze in die richting op te leiden, een deel van hen blijft dan ook hier werken. Kijk, we komen uit een periode waarin hulpverlening het belangrijkste was, nu kijken we vooral naar de collectieve capaciteiten van de inwoners. Die hebben we heel hard nodig want gemeenten en organisaties kunnen het niet alleen.’
Ronald: ‘Daarnaast willen we nog meer werken met mensen uit de doelgroep zelf en met ervaringsdeskundigen. Die laatsten nemen we trouwens nu al steeds vaker in dienst. Zij hebben niet altijd precies de juiste opleiding, maar wel de juiste attitude én ze spreken dezelfde taal als veel van de inwoners voor wie en met wie we werken. Een mooi voorbeeld daarvan in Helmond is het Suikerhuis, een steungroep voor en door diabetespatiënten.’
De verkiezing draait om het waarderen en zichtbaar maken van de professional. Ik zou ook graag de inwoners naar voren schuiven. Community building doe je immers niet alleen."
Al met al een leerzame ervaring, deze verkiezing?
M’hamed: "De mediatraining van Sociaal Werk werkt! die we als genomineerden kregen, is een van de leukste trainingen die ik ooit heb gehad. En nuttig: nu kan ik de essentie van ons werk kernachtig formuleren. De verkiezing draait om het waarderen en zichtbaar maken van de professional, maar ik zou ook graag de inwoners naar voren willen schuiven. Het liefst zou ik een verkiezing willen voor groepen inwoners die een goed voorbeeld zijn voor sociaal werk. Community building doe je immers niet alleen, maar altijd samen met inwoners, andere professionals en vrijwilligers. Wat zij met elkaar presteren, mag ook gehonoreerd worden."