Icon Arrow Icon Arrow back Icon Quote Icon Close Icon Enlarge Icon Calendar Icon Currency Icon Clock Icon Location Icon List Icon Shield Icon Chevron Icon Attachment Icon Download star icon-hat icon-tools
Praktijkvoorbeeld Behoud

Waarom vertrok Benjamin uit sociaal werk?

Het allermooiste aan schoolmaatschappelijk werk vond Benjamin Bouw: coachgesprekken met jongeren voeren. “Als het aan mij lag, kon ik dat rustig 40 uur per week doen.” In plaats daarvan merkte hij dat er steeds minder tijd overbleef voor die directe interactie, en juist meer naar overleg en papierwerk. De voornaamste reden dat hij na vijf jaar toch afhaakte. “Ik kon mezelf niet meer recht in de spiegel aankijken en zeggen dat ik veel toevoegde met mijn werk.”

Benjamin Bouw

Na zijn studie Sociaal Werk aan Windesheim kwam Benjamin via zijn stage terecht bij een brede welzijnsinstelling. Hij genoot ervan de verbinding met kinderen en jongeren te leggen. “Ik had altijd UNO in mijn tas zitten om het ijs te breken. Want wij vinden het allemaal maar normaal om te gaan praten, maar dat is het niet per se. Dus eerst ging ik dat kaartspelletje doen. Of een potje voetballen. Aan de hand daarvan gingen we wat praten. Dan merkten ze al snel: dit is ook maar gewoon een gast. Terwijl ze eerst dachten: oeh, de schoolmaatschappelijk werker komt. Vaak stonden ze er niet eens bij stil dat het een officieel gesprek was, het liep heel natuurlijk. Eigenlijk was dat iets heel simpels dat meteen groot effect heeft; het doet al heel veel met jongeren en kinderen als ze zich gehoord en begrepen voelen.”

Bureaucratie

Voor Benjamin was dit contact, dit vertrouwen opbouwen en vandaaruit helpen, waar zijn werk om draaide en de reden waarom hij voor het vak had gekozen. Maar er kwam steeds minder ruimte voor. “Ik heb eens zitten turven: als ik geluk had, had ik nog vijf coachgesprekken in een week. De rest van de tijd was ik met randzaken bezig. Er was een gigantische overlegstructuur opgetuigd en alles ging door een enorme molen. Kinderen die een indicatie of doorverwijzing nodig hadden, moesten hiervoor bijvoorbeeld officieel langs bij schoolmaatschappelijk werk. Dan moesten wij een intakeformulier van zes A4’tjes invullen met handtekeningen en weet ik wat allemaal. Dat ging vervolgens naar de gemeente, die daar weer iets van moest vinden. De helft van de keren was het niet goed en werd je teruggestuurd om aanpassingen te doen. En dan weer de volgende ronde in. Terwijl een huisarts in acht minuten tijd één zinnetje opschreef en het was gefikst. Waar zijn wij dan mee bezig?”

Zingeving is voor mij een groot goed. Maar ik had niet meer het idee dat ik van betekenis kon zijn voor de kinderen, jongeren en hun ouders.

Te veel schakelen

Onder invloed van de transitie in de jeugdzorg – waarbij er veel meer verantwoordelijkheid bij gemeenten kwam te liggen – nam de bureaucratie in zijn beleving verder toe. Bovendien kreeg Benjamin er taken bij waar hij zich niet tegen opgewassen voelde. “De crux van schoolmaatschappelijk werk is dat het laagdrempelig en preventief is. Maar doordat de hele jeugdzorg in elkaar geklapt was, werden wij opeens ook casemanagers. Terwijl dat echt een vak apart is. Zo was ik soms het ene uur een weerbaarheidstraining aan kinderen aan het geven en zat ik het uur daarna op het gemeentehuis als aanspreekpunt in een complexe casus die helemaal vastliep en moest ik daar even iets van vinden en de begeleiding op me nemen. Heel uitdagend, maar voor mij too much. Het was te veel schakelen en het paste voor mij niet bij hoe ik mijn beroep zag.”

Met 3-0 achter

Onder aan de streep bleef er voor Benjamin uiteindelijk te weinig over van zijn droombaan om er nog genoeg voldoening uit te halen. “Zingeving is voor mij een groot goed. Maar ik had niet meer het idee dat ik van betekenis kon zijn voor de kinderen, jongeren en hun ouders. Door de hoge werkdruk en de lange wachtlijsten stonden we vaak al vanaf de start met 3-0 achter. Dan was het kwaad soms al geschied en kon je alleen nog puin ruimen en doorverwijzen. Daar wordt niemand per se gelukkig van. Daar kwam bij dat ik het gevoel van samen miste. Niet zozeer binnen onze ‘toko’, maar wel met andere partijen. Ik vond het een harde, bijna concurrerende wereld worden. Terwijl ik dacht: jongens, we zijn collega’s, we kunnen ook meedenken met elkaar!”

Terug naar de kern

Hij stond dan ook steeds meer open voor een ander carrièrepad. Dat vond hij op Cibap, een creatieve mbo-vakschool, waar hij eerst als mentor aan de slag ging en inmiddels ook lesgeeft. “Een maat van mij werkte op die school en kwam altijd zo enthousiast thuis dat ik hem gevraagd heb om de gegevens van iemand van personeelszaken. Zo ging het balletje rollen. En het bijzondere is: wat ik nu doe, is eigenlijk precies hoe ik schoolmaatschappelijk werk voor me zag. Als mentor krijg je studenten toegewezen. Als er wat is, komen ze naar je toe. Die toegang tot ondersteuning is laagdrempelig en dat werkt.” Benjamin vermoedt dat als het bij zijn vorige werkgever ook zo had gewerkt, hij daar was gebleven. “Ik draag maatschappelijk werk nog steeds een warm hart toe. Je kan zó veel toevoegen! Maar dan is het wel belangrijk om terug te gaan naar de kern van het vak. En dat is niet overleg of formulieren invullen. Geef professionals het vertrouwen en ga niet alles dichttimmeren met protocollen. Daarmee creëer je alleen maar schijnveiligheid: het kan nog steeds misgaan. Sterker: dat risico wordt groter doordat het ten koste gaat van daadwerkelijke hulpverlening en samenwerking. Dus maak dat papier niet zo belangrijk en doe het samen. Dan kun je echt mooie dingen bereiken.”

Behoud van personeel voor sociaal werk

Vanuit het aandachtsgebied ‘behoud van personeel’ heeft Sociaal Werk werkt! zich verdiept in de redenen waarom sociaal werkers het vak verlaten. Heeft dit te maken met de inhoud van het vak? Met het perspectief? Met de organisatie of de context waarin ze werken? Sociaal Werk werkt! zet daarom kwalitatief onderzoek uit onder ex-sociaal werkers, om hun verhaal te horen.

Handige links

Praktijkvoorbeelden

Meer weten? Neem contact op!

Logo Sociaal Werk werkt!

Meer weten? Neem contact op!