Icon Arrow Icon Arrow back Icon Quote Icon Close Icon Enlarge Icon Calendar Icon Currency Icon Clock Icon Location Icon List Icon Shield Icon Chevron Icon Attachment Icon Download star icon-hat icon-tools
Cao Sociaal Werk

4.4 Aanwending individueel keuzebudget

A.  De werknemer kan het IKB alleen aanwenden voor zover het is opgebouwd.

B. 

1. De werknemer kan zijn IKB aanwenden voor verlof en/of geld, in een samenstelling, omvang en spreiding over het kalenderjaar die hij zelf wenst. De sociale aspecten en de financiële consequenties van de te maken keuze moeten aan de orde te komen in een (jaar-)gesprek.

2. De werknemer kan het IKB uitsluitend aanwenden binnen hetzelfde kalenderjaar als waarin dit budget wordt opgebouwd, met uitzondering van gekocht verlof voor een volgend kalenderjaar, zoals beschreven in artikel 4.4 E.

Voorwaarden en specifieke bepalingen bij de aanwending zijn:

VERLOF

C.  De werknemer kan ervoor kiezen het IKB aan te wenden om verlof te kopen, op basis van dezelfde berekening als in artikel 4.2 A sub 4a en vanaf 1 januari 2024 op basis van artikel 4.2 A sub 4b. Gekocht verlof wordt aangemerkt als bovenwettelijk verlof (zie artikel 5.7 B). De wettelijke bepalingen zijn hierop van toepassing. Dit bovenwettelijk verlof kan worden gebruikt voor verlofsparen, zoals beschreven in artikel 5.7 D en Bijlage 13.

D.  Vanwege bedrijfsorganisatorische redenen kan de werkgever, in overleg met OR, PVT of bij het ontbreken ervan de personeelsvergadering, specifiek beleid opstellen over de aanwending van het voormalig bovenwettelijk vakantieverlof (zie artikel 5.7 B) en regelen dat dit onderdeel in een vooraf overeengekomen periode moet worden opgenomen. In situaties waarin de opname van bovenwettelijk vakantieverlof al in 2015 vanwege bedrijfsorganisatorische omstandigheden voor een groep werknemers collectief is geregeld, blijft dit ongewijzigd.

De werknemer beschikt in die situaties tot en met 31 december 2023 over het IKB minus de waarde van het bovenwettelijk vakantieverlof (zie artikel 4.2 A sub 4) en vanaf 1 januari 2024 over het IKB minus het bovenwettelijk verlof (zie artikel 4.2 A sub 4).

E.  Het bovenwettelijk verlof en gekocht verlof kan worden opgenomen in hetzelfde jaar of worden gespaard voor een volgend kalenderjaar en wordt dan toegevoegd aan het bovenwettelijk verlof. De werknemer overlegt dan met de werkgever over de beoogde opname van dit verlof.

F.  De werknemer kan verlof gekocht uit het IKB niet in een volgend kalenderjaar laten uitbetalen. Ook het verlofdeel (zie artikel 4.2 A sub 4b) data vanaf 1 januari 2024 onderdeel uitmaakt van het IKB kan niet in een volgend jaar worden uitbetaald.

G.  Werkgever en werknemer overleggen tijdig over de opname van het verlof uit het IKB en verlof gekocht uit het IKB vanwege afstemming met de bedrijfsvoering. Bedrijfseconomische of -organisatorische argumenten kunnen reden zijn voor een andere dan de door de werknemer beoogde opname.

GELD

H.  De werknemer kan ervoor kiezen het IKB geheel of in delen te laten uitbetalen (conform artikel 6.8) in de door hem gewenste maand of maanden. De uitbetaling vindt plaats met inachtneming van de wettelijk verplichte inhoudingen en altijd uiterlijk in december.

Alleen bij gebrek aan voldoende liquide middelen kan de werkgever een ander uitbetalingsmoment of andere uitbetalingsmomenten bepalen dan het/de door de werknemer beoogde uitbetalingsmoment(en). De werkgever overlegt daarover tijdig met de werknemer. De werkgever stelt in overleg met de OR, PVT of bij het ontbreken ervan de personeelsvergadering beleid op over hoe er gehandeld wordt indien deze bijzondere situatie zich voordoet.

ALGEMEEN

I.  Bij uitdiensttreding wordt het IKB uitbetaald met inachtneming van de wettelijk verplichte inhoudingen.