3.1 Inleiding
Werken aan en investeren in optimale individuele inzetbaarheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Daarom maken werkgever en werknemer hierover in overleg afspraken, die de inzetbaarheid bevorderen en individueel maatwerk mogelijk maken. De werknemer beschikt daarvoor over een Loopbaanbudget.
In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven. Cao-partijen blijven investeren in de hierbij behorende cultuuromslag en stimuleren eigen regie en dialoog.
De gezamenlijke investering in individuele inzetbaarheid heeft betrekking op de ontwikkeling en/of vitaliteit van de werknemer. Ook is aandacht voor persoonlijke omstandigheden van de medewerker, in brede zin hierin belangrijk. Deze investering vindt met name plaats via het goede gesprek, gedurende de gehele loopbaan van de werknemer, ongeacht bij welke werkgever onder de werkingssfeer van de Cao Sociaal Werk hij ook werkzaam is. Daarom willen cao-partijen het leidinggevende niveau versterken met behulp van de activiteiten die ons arbeidsmarktplatform Sociaal Werk werkt! organiseert zoals over de Medewerkersreis en het goede gesprek.
Afspraken tussen de werknemer en werkgever over individuele inzetbaarheid kunnen betrekking hebben op:
- volgen van scholing, training en opleiding
- erkennen van eerder opgedane competenties (EVC-trajecten)
- coaching
- omvang werkweek: meer of minder werken
- (tijdelijk) aanpassen van arbeidstijden
- verlof sparen, opnemen of het financieren van onbetaald verlof
- inzetten van loopbaanscans of andere instrumenten en trajecten, gericht op in- en/of externe mobiliteit
- terugtreden uit de functie
- detachering of externe stages
- afspraken over deelname in een generatieregeling op organisatieniveau (artikel 5.13) of toepassing van het afwegingskader (artikel 5.14)
- overige onderwerpen gericht op activiteiten en middelen om duurzaam inzetbaar te blijven.
De werknemer kan voor de realisatie van zijn afspraken over individuele inzetbaarheid onder meer gebruik maken van het Loopbaanbudget (artikel 3.3). Het Loopbaanbudget bestaat uit een geldbedrag (Loopbaanbedrag) en uit uren (vitaliteitsuren) indien deze van toepassing zijn.