Cao Sociaal Werk
6.8 Vakantietoeslag
A. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
De hoogte van de vakantietoeslag wordt maandelijks berekend en bedraagt 8% van het feitelijk verdiende salaris en de volgende elementen:
- ouderschapsverlofvergoeding (zie artikel 5.11 B) en/of
- doorbetaling van het werkgeversdeel over niet gewerkte uren bij deelname aan een generatieregeling op organisatieniveau (artikel 5.12) en/of
- loondoorbetaling of aanvulling (zie artikel 7.7 A, B en F).
De vakantietoeslag is maandelijks beschikbaar als onderdeel van het IKB (zie artikel 4.2 A).
B. De minimumvakantietoeslag van een werknemer met een voltijd dienstverband bedraagt:
- tot en met 30 september 2025 minimaal € 211,66 per maand;
- vanaf 1 oktober 2025 minimaal € 219,07 per maand;
- vanaf 1 oktober 2026 minimaal € 223,67 per maand.
De vakantietoeslag is nooit lager dan 8% van het salarisbedrag dat hoort bij het minimumuurloon volgens de wet (WML) omgerekend naar maandsalaris, zoals vermeld in artikel 6.4 A.
C. In de uitbetaling van de vakantietoeslag zijn begrepen eventuele vakantie-uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten.