6.9 Vakantietoeslag
A. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
De hoogte van de vakantietoeslag wordt maandelijks berekend en bedraagt 8% van het feitelijk verdiende salaris en de volgende elementen:
- ouderschapsverlofvergoeding (zie artikel 5.11 B) en/of
- doorbetaling van het werkgeversdeel over niet gewerkte uren bij deelname aan een generatieregeling op organisatieniveau (artikel 5.13) en/of
- loondoorbetaling of aanvulling (zie artikel 7.9 A, B en F).
De vakantietoeslag is maandelijks beschikbaar als onderdeel van het IKB (zie artikel 4.2 A).
B. De minimumvakantietoeslag van een werknemer met een voltijd dienstverband bedraagt:
- tot en met 30 november 2021 minimaal € 174,93 per maand
- van 1 december 2021 tot en met 31 december 2022 minimaal € 179,30 per maand
- vanaf 1 januari 2023 minimaal € 182,89 per maand.
C. In de uitbetaling van de vakantietoeslag zijn begrepen eventuele vakantie-uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten.
Meer binnen dit hoofdstuk
Bekijk hier alle onderwerpen binnen dit hoofdstuk van de Cao Sociaal Werk
Paragrafen
- 6.1 Inleiding
- 6.2 Vaststelling van het salaris en inschaling bij indiensttreding
- 6.3 Vaststelling van salaris student werknemer en trainee
- 6.4 Salarisschalen
- 6.5 Jaarlijkse verhoging
- 6.6 Arbeidsmarkttoeslag middeninkomens
- 6.7 Vervallen
- 6.8 Uitbetaling van het salaris
- 6.9 Vakantietoeslag
- 6.10 Eindejaarsuitkering en vermeerdering
- 6.11 Vervallen
- 6.12 Onregelmatigheidstoeslag
- 6.13 Compensatie consignatiedienst
- 6.14 Slaapdiensttoeslag (toeslag aanwezigheidsdienst)
- 6.15 Tegemoetkomingen en vergoedingen
- 6.16 Registratie
- 6.17 Tegemoetkoming premie ziektenkostenverzekening